Aanvulling van je wettelijke pensioenuitkering

Hoe sparen om 600.000 € te verzamelen ?

We gaan er in het boek Pensioen: een uitdaging of een dilemma?" (2009) vanuit dat 600.000 € nodig is om een fatsoenlijk leven te kunnen leiden.   Al wie minder heeft zit in een moeilijk parket.   De levensduurte is sindsdien enkel toegenomen.

Wat  ?

Tijdens de carrière moet er flink worden gewerkt  om een kapitaal te verzamelen van 600.000 €  Dit kan uiteraard op verschillende manieren worden opgebouwd.  Er zijn de kansspelen waarbij de kans klein is, maar er toch is!   Er zijn de zekerheden die men tijdens de carrière opbouwt en waarvan men het eindkapitaal meestal kent.  We kijken even naar de mogelijkheden die de Belg heeft om zijn appeltje voor de dorst ( = pensioen ) aan de kant te leggen.

Hoe  ?

Via fiscale structuren zoals WAP ( Wet op aanvullende pensioenen ) de zogenaamde tweede pijler kan een individu een aanvullend pensioen opbouwen. In deze pijler wordt voor werknemers en voor zelfstandigen in vennootschap en zonder vennootschap (recent), een extra pensioenwaarborg voorzien.  Het wettelijk pensioen is één van die waarborgen.  De 80 % regel laat toe om hierin het maximaal toegelaten extra-legaal kapitaal of de maximale rente te voorzien.
Let op : er is een wet waardoor de opnameleeftijd naar 67 jaar verschuift voor fiscale contracten.
Ondertussen ontstond ook de VAPW  vrij aanvullend pensioen werknemers.

De derde pijler geeft de mogelijkheid om zowel in het vak individueel leven of in het vak pensioensparen een maximaal aftrekbaar bedrag te kunnen invullen dat recht geeft op belastingvermindering.

De vierde pijler voorziet in alles wat niet fiscaal werd gedefinieerd.  Zo is er het sparen in producten met of zonder gegarandeerd rendement.  Zo is er het beleggen in producten met of zonder gegarandeerd rendement.  Zo kan men investeren in vastgoed, zowel direct als indirect.

Wanneer ?

Je kan er maar best zo vroeg mogelijk aan beginnen omdat de looptijd van het contract, de duur van de belegging, het rendement bepaalt.  Hoe langer de duur van het contract, hoe hoger het rendement is de stelling.

Je vindt hierna een berekening
Indien je op de leeftijd van 60 jaar wil stoppen met werken dan kan je erop rekenen dat voor elke 1.000 € extra opname die je wenst te doen bovenop je wettelijk pensioen, je over een bedrag van 300.000 € dient te beschikken.

Om deze 300.000 € te sparen kan je vanaf de leeftijd van 40 jaar gedurende een periode van 20 jaar gerekend aan een rendement van 5 % een maandelijkse spaarinspanning van 740 € doen.
Om onze 600.000 € te verzamelen zal de spaarinspanning dus het dubbele zijn, namelijk 1.480 € gedurende 10 jaren.

Dit betekent ..

Op basis van de wettelijke pensioenen, eerste pijler is er een groot verschil in pensioenuitkering.  In het boek : "Pensioen : een uitdaging of een dilemma ? "beschreven we drie situaties uit onze praktijk.  De enkelvoudige en volledige loopbaan van een ambtenaar versus deze van een werknemer en deze van een zelfstandige.
We kunnen alleen maar vaststellen dat in onze drie gezinnen, de ambtenaar er het best uitkomt.  De ambtenaar met zijn hogere pensioen diende geen 1.480 €  extra te sparen én had een hoger basisinkomen in vergelijking met de werknemer en de zelfstandige. Daarenboven is er een groter maandelijks overschot tijdens de carrière, waardoor de ambtenaar een groter budget overhoudt per maand en de kans heeft om meer te sparen.

De regering is stilaan aan het werken aan een egalisatie om het verschil in levensstandaard bij te benen.  Een zelfstandige met 980 € pensioenrecht, een werknemer met 2.100 € pensioenrecht en een ambtenaar met 3.200 € pensioenrecht maakt wel echt het verschil.  De werknemer en de zelfstandige dienen een appeltje voor de dorst opzij te hebben om dezelfde levensstandaard te kunnen aanhouden.

We gaan hier niet in op de problematiek van de vrouw en de pensioenrechten want ook hier bestaat er nog een grotere discriminatie.

Benieuwd hoe wij hiermee kunnen helpen?